Ondersteuningsplan

Visie van het SWV

Het SWV stelt zich ten doel een samenhangend geheel van voorzieningen voor onderwijsondersteuning, zowel in de scholen als bovenschools te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen (Wet Passend Onderwijs, art. 17, lid 2).

Deze visie is verwoord in het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Met dit Ondersteuningsplan heeft het bestuur van het SWV ingestemd, evenals de Gemeenten Veenendaal, Barneveld, Renswoude en Scherpenzeel.
Met het opheffen van de landelijke RVC komen de aanwijzingen voor LWOO (leerwegondersteunend onderwijs) en PRO (Praktijkonderwijs) onder verantwoordelijkheid te vallen van het Samenwerkingsverband. Hiervoor is een addendum integratie LWOO en PRO in Passend Onderwijs aan het ondersteuningsplan opgesteld, waarmee het bestuur heeft ingestemd. Het addendum kunt u hier vinden.

Arrangementen

Alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen, zijn extra ondersteuning. In de termen van ons model: ‘steun waar nodig’ en ‘speciaal als het moet’. We werken hiervoor met zogenaamde arrangementen passend onderwijs. In een arrangement staat precies welke extra ondersteuning een leerling krijgt. Een arrangement is maatwerk. Arrangementen kunnen dus van elkaar verschillen in intensiteit, kosten en duur. In ieder geval is een arrangement in principe tijdelijk. Er zijn twee soorten arrangementen: binnen de school en bovenschools.

Arrangementen binnen de school
Arrangementen binnen de school worden verzorgd vanuit de school zelf. De scholen ontvangen daarvoor geld van het Samenwerkingsverband. Elke school beschrijft in zijn schoolondersteuningsprofiel welke arrangementen hij kan bieden. De school organiseert deze binnenschoolse arrangementen zelf en wijst ze zelf toe. Dit gebeurt via de diverse zorgoverleggen binnen de school.

Bovenschoolse arrangementen
Sommige leerlingen hebben ondersteuning nodig die de mogelijkheden van de school overstijgt. Bijvoorbeeld een combinatie van onderwijs en jeugdhulp. Deze leerlingen worden altijd aangemeld bij de Commissie Toewijzing en Plaatsing van het Samenwerkingsverband. Zij komen in aanmerking voor een bovenschools arrangement. Dit arrangement is inclusief financiering en eventuele personele inzet en kan op drie plekken uitgevoerd worden: binnen de school, bij een collega-school voor voortgezet onderwijs of door middel van een tijdelijke plaatsing op een school voor voortgezet speciaal onderwijs.

Speciaal als het moet

De zwaarste vorm van ondersteuning is ‘speciaal als het moet’. Wanneer ‘steun waar nodig’ niet voldoende is om de ondersteuningsvraag van de leerling te kunnen beantwoorden, overwegen we de leerling te plaatsen in het voortgezet speciaal onderwijs. Hiervoor is een toelaatbaarheids-verklaring nodig. Plaatsing in het vso is ook een arrangement.

Ontwikkelingsperspectief

Voor leerlingen die meer nodig hebben dan de basisondersteuning, stelt de school een ontwikkelingsperspectief (OPP) op. Hierin staat wat de onderwijsbehoeften van de leerling zijn, welke ontwikkeling en uitstroom we verwachten en welke ondersteuning nodig is om dit ook daadwerkelijk te bereiken. Hierbij worden de ouders betrokken. Het opstellen van een OPP is wettelijk verplicht. De school evalueert het document jaarlijks en stelt het bij als dat nodig is.